Ik schrijf dit blog midden in de nacht op een vliegtuigstoel, onderweg van Brazilië terug naar Nederland. De grote VN-conferentie over verkeersveiligheid in Brasilia – een in de jaren vijftig ontworpen stad – zit erop. Centraal stonden de resultaten van de zogenaamde Decade of Action for Road Safety: een door de Wereldgezondheidsorganisatie geïnitieerd streven om het aantal verkeersdoden van 2010 tot 2020 te halveren.
Het was indrukwekkend. Drieduizend deelnemers, waaronder een slordige 60 ministers van verkeer, die allemaal hetzelfde willen: iets doen aan de meer dan 1,2 miljoen verkeersdoden en de veelvoud daarvan aan verkeersgewonden die elk jaar vallen. U leest het goed: meer dan 1,2 miljoen. Het is bijna niet te bevatten. Bijna 3.300 mensen per dag, elke dertig seconden wel iemand. Daar word je stil van.
Als het gaat om verkeersveiligheid geldt Nederland internationaal nog altijd als één van de voorbeeldlanden. Dankzij jarenlang gericht investeren in een veilig verkeerssysteem doet ons land het relatief goed als het om verkeersdoden gaat. Maar dat is anders wanneer we naar gewonden kijken. Het aantal ernstig verkeersgewonden in Nederland is in 2014 gestegen naar de trieste recordhoogte van 20.700. En dat is erg, zeker wanneer je weet dat 1 op de 5 van de ernstig gewonden er voor de rest van zijn of haar leven last van houdt.
Nederland loopt voorop als het om fietsen gaat: een duurzame, gezonde en efficiënte vervoerswijze die nog altijd aan populariteit wint, mede dankzij de opkomst van de e-bike. En dat is positief voor het verkeer in Nederland. Lees uw KiM-rapporten er maar op na. Tegelijkertijd zijn fietsers kwetsbaar. Ruim de helft van het aantal verkeersgewonden dat in het ziekenhuis geregistreerd wordt, is een fietser. Als we in Nederland het aantal verkeersgewonden substantieel willen verminderen, moet fietsen dus veel veiliger worden.
Het ministerie van IenM gaf in 2011 een extra zet aan de verkeersveiligheid en richtte zich speciaal op fietsers en ouderen. Een van belangrijkste maatregelen uit de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid uit 2012 was om die reden de lokale aanpak ‘veilig fietsen’. Daarmee staat de fietsveiligheid op de lokale beleidsagenda en dat is goed. Naast beleid is uitvoering echter onmisbaar. Dus: aan het werk! Geef de fiets de ruimte die zij verdient. Haal onnodige en slecht zichtbare obstakels weg, zorg dat het wegdek in orde is en dat bermen veilig zijn.
Natuurlijk: dat kost geld. Maar, zoals SWOV-collega Rob Eenink het afgelopen week op radio en televisie zo treffend verwoorde: ‘Elk jaar zoveel ernstig verkeersgewonden is ook niet gratis’. SWOV heeft becijferd dat het ons land elk jaar ongeveer 5 miljard per jaar kost. Daarbij geldt: investeren in meer fietsveiligheid is ook van groot belang voor het terugdringen van het aantal verkeersdoden. De verwachting is dat de komende jaren voor het eerst sinds 1961 meer fietsers dan auto-inzittenden in het verkeer zullen omkomen.
Na een onrustige nacht word ik wakker en kijk naar buiten. In plaats van het ouderwets-futuristische Brasilia, waar alles om de auto draait, zie ik de elektrisch aangedreven taxi’s bij Schiphol en verderop de enige echte fietshoofdstad van de wereld: Amsterdam. Wat leven we toch in een prachtig land! Een land dat in het verleden heeft laten zien waar het toe in staat is. Een land dat de wereld vooruit kan helpen als het om veilige en duurzame mobiliteit gaat. Een land dat, als we het echt willen, ook het aantal verkeersgewonden de baas kan worden. Laten we onze ambities waarmaken, te beginnen op het NVVC!
Graag geef ik bij deze het stokje van deze estafette-blog door aan Frits van Bruggen, hoofddirecteur van de ANWB. Hoe zien jullie je rol in de uitdaging die voor ons ligt?